Spring naar content

Een onderzoek dat de verhoudingen op scherp zet

Publicatiedatum: 26 februari 2020

Opnieuw in deze column de Blauwe Moskee in beeld. De vorige column ging over de gebedsoproep van deze moskee in Amsterdam. Hoofdimam Yassin Elforkani wilde Amsterdammers met de versterkte oproep tot gebed eraan laten wennen dat de islam ‘iets heel normaals is en niet geassocieerd moet worden met geweld of ellende’.

De afgelopen weken stond dezelfde moskee echter opnieuw in de schijnwerpers. Nu vanwege een Parlementaire onderzoek naar ongewenste beïnvloeding van ruim twintig moskeeën door grote donaties uit onvrije landen als Qatar, Koeweit en Saoedi-Arabië.

Het past bij een wereldwijde trend om geldstromen aan banden te leggen, maar waarschijnlijk zijn er in ons land geen juridische mogelijkheden om buitenlandse financiering te verbieden. Toch is de impact van dit onderzoek op de moslimgemeenschap enorm. In de Nederlandse cultuur is het feit dat heel Nederland kan meekijken een positief teken van transparantie, voor de moslimgemeenschap is het echter een groot eerverlies. Het was dan ook niet verrassend dat moslims die bereid waren iets kritisch te zeggen over de buitenlandse invloed, met agressie van andere moslims te maken kregen. De vuile was buitenhangen, dat doe je niet in de oosterse cultuur. Het onderzoek zal de machtsstrijd in de moskeegemeenschappen over de te volgen richting verscherpen.

Moslims beseffen goed dat het om meer gaat dan alleen het voorkomen dat extremistische predikers oproepen tot geweld, agressie en afkeer van de westerse samenleving. Het gaat ook om de vraag in welke richting de islam zich ontwikkelt. Salafistische moslims beschuldigen de overheid ervan hen een westerse versie van de islam te willen opleggen. Een versie die volgens hen niets met islam te maken heeft en eerder een mengelmoes is van westerse normen en opvattingen verpakt alsof het islam is. In plaats van integratie zou het gaan om druk op moslims om te assimileren en een westerse ideologie over te nemen.

Tal van parlementariërs hebben inderdaad een agenda die verder gaat dan het tegengaan van geweld alleen. Ook christenen ervaren de druk van politiek en media om zich aan te passen aan de trend van de seculiere samenleving. Een verzoek van moslims om het onderzoek uit te breiden naar kerken en politieke partijen werd niet gehonoreerd. Daarvoor was de onderzoeksvraag gelukkig specifiek genoeg. Er lopen overigens al naar aanleiding van eerder onderzoek bij mosliminternaten onderzoeken bij kerken en christelijke scholen naar opvattingen onder christenen die de meerderheid van de Tweede Kamer onwenselijk vindt. Het voorstel van moslims om ook kerken onder de loep te nemen, tekent de veranderde verhoudingen. Enkele decennia geleden zagen moslims christenen nog als bondgenoten die hen konden helpen om ruimte voor religie te behouden. Vandaag beseffen moslims dat christenen een minderheid zijn geworden die ook regelmatig onder vuur komt te liggen.

Vrijheid van geloof en levensbeschouwing is in een christelijke traditie ontstaan. We moeten die ook bewaken wanneer media en parlementariërs die vrijheid willen aantasten. Om die reden is het belangrijk om dit soort onderzoeken onder religieuze groeperingen zuiver te houden. Als de veiligheid van mensen in het geding is, als er wordt opgeroepen tot geweld of agressie, of als de rechtsstaat niet meer wordt gerespecteerd, dan moet en kan de overheid ingrijpen. Als dat niet het geval is, mogen we met andere middelen moslims overtuigen. Daarvoor moet je hen opzoeken en uitnodigen. Ook in dit nummer leest u hoe velen zich daarvoor inzetten.

Cees Rentier – directeur

Cees Rentier (OR 133)
Scroll naar boven